“Hier zijn we weer. We, Inge en Piet. Na enig luttel overleg willen we graag meewerken. Wij zorgen voor koffie met iets zoetigs.”
Piet’s reactie nadat ik hem had gevraagd of ik hen mocht interviewen voor een succesverhaal. Volgend jaar, op 15 augustus, zijn ze vijf jaar getrouwd. Via PartnerSelect leerden ze elkaar vier jaar geleden kennen. Direct wisten ze dat ze bij elkaar wilden blijven. Vanaf de eerste ontmoeting was Piet er voor Inge en ging hij met haar mee naar haar ziekenhuisafspraken. Toen hij in de wachtkamer een trouwblaadje zag liggen, stelde hij spontaan voor om die winkel te bezoeken. Ze kochten meteen een trouwjurk.
“Iedereen vond het veel raarder dan wij.”
Even later trouwden ze. Alles binnen een paar maanden.
Dit is het verhaal van Piet (81) en Inge (80).
Een verhaal over écht leven, trouwen en gelukkig zijn.
Een blanco voorstel
Het is al bijna vijf jaar geleden dat ze zich inschreven bij PartnerSelect. Piet was toen drie jaar weduwnaar. Hij kan zich niet meer herinneren hoe hij PartnerSelect had gevonden, maar Inge vult lachend aan dat zij wel weet waaróm hij zich inschreef. “Jij kan niet dansen. Ik ook niet. Wij zullen dus allebei niet zo snel een dansavond bezoeken.”
Mijn maatje stelde voor me in te schrijven. Nou nee, zei ik.
Voor haar liep het een beetje raar, zegt ze. Na het overlijden van haar man kreeg ze een inzinking. Ze werd gekoppeld aan een ‘maatje’. Hiermee kreeg ze een hechte band. “Dat was wel een bijzonder maatje. Geen gewone,” knikt Piet instemmend. Na een tijdje raadde die haar aan om zich in te schrijven bij een relatiebemiddelingsbureau. Inge reageerde niet enthousiast. “Nou nee, zei ik.” Maar hij vertelde over de werkwijze van PartnerSelect. “Dat het niet openbaar was. Geen inkijk. Dat sprak me aan,” zegt Inge. Ze belde op en deed een telefonisch intakegesprek. Van alles en nog wat werd haar gevraagd. Ook of ze nog een foto wilde opsturen. “En die heeft jou nooit meer bereikt hè?” zegt ze lachend tegen Piet. “Nee, voor mij was het voorstel blanco!” Het eerste voorstel dat Inge van PartnerSelect kreeg, was Piet.
De mevrouw met de betonnen tafel
Voor Piet was het voorstel van ‘de vrouw zonder foto’ zijn derde. Van het eerste voorstel kan hij zich niet meer zo veel herinneren. Bij het tweede voorstel dat hij kreeg, heeft hij wel contact gehad. “We spraken af in een wegrestaurant, maar we waren eigenlijk al vlug uitgepraat. ‘Wat gaan we doen?’ vroeg ik. We gingen naar haar huis. Een pracht van een appartement. Wat me meteen opviel, was de bijzondere tafel van beton. Het was al snel duidelijk dat ik financieel niet in haar straatje paste.” Piet merkt op dat hij het jammer vindt dat bemiddeling van PartnerSelect wel aan de dure kant is. “Maar daar staat wel een heel goede service tegenover,” zegt Inge.
Duitse woordkeuze
Toen Inge Piet’s voorstel ontving, waren zijn ogen op de foto het eerste waar ze naar keek. “Ik heb altijd iets met ogen. Niet de kleur, maar de opslag.” Voor deze test was hij dus al geslaagd. Ook het feit dat zijn persoonsbeschrijving niet overdreven was opgesteld, sprak haar aan. “En later bleek hij ook precies zo te zijn.” Een maand lang hebben ze heen en weer gemaild en af en toe gebeld. Piet: “Dat was wel leuk. Ze komt uit Duitsland, dus haar woordgebruik was een beetje vreemd voor mij. Toen ging ik dat verbeteren. Had ik wel aan haar gevraagd hoor! Haar woordkeuze was arm, hè? Maar da’s niet erg.” Ze weten allebei niet meer waar ze het in de mails over hadden, en of ze elkaar toen al veel hadden gevraagd. “We hadden die mails eigenlijk moeten bewaren.”
De bus naar een vreemde plaats
Toen het tijd werd om elkaar te ontmoeten, dachten ze na over waar ze wilden afspreken. Het werd bij Inge thuis. Wel had ze de huismeester, een goede vriend, ingelicht over de komst van Piet. Zo kon hij een oogje in het zeil houden. Piet vertelt lachend hoe zijn reis naar Purmerend verliep. “Ik had uitgevogeld hoe ik via Amsterdam Centraal met de trein en bus in Purmerend kwam. Maar mijn dochter zei dat ik beter bij Amsterdam Arena kon uitstappen, omdat daar alle bussen staan.
Daar heb ik alle bussen bekeken, maar er stond dus nergens Purmerend hè. Zo heb ik een half uur rondgestiefeld. Overal gevraagd – niemand had een idee. Een Amsterdamse vrouw wees mij naar een plek waar alle bussen ‘naar vreemde plaatsen’ stonden. Toen zat ik nog in de verkeerde bus ook. Wel naar Purmerend, maar eerst de verkeerde kant op.” “En hij was niet eens veel later!” roept Inge.
De oplettende huismeester
Inge stond al voor de deur toen ze iemand voorbij zag komen lopen. ‘Dat is ‘ie,’ dacht ze meteen. En hij keek niet eens naar het huis. Piet: “Nee, ik was al blij dat ik daar een bordje met de juiste straatnaam zag staan!” Die eerste ontmoeting was meteen goed. Inge: “Toen we elkaar zagen, was het eigenlijk meteen wel duidelijk dat we bij elkaar hoorden. Het klikte gelijk.” Later hoorde ze dat de huismeester die dag steeds even door het raam had gekeken. Hij wilde het wel een beetje in de gaten houden. Piet: “Jouw maatje was bijzonder, maar die huismeester ook.” Zo bijzonder dat ze hem later als getuige voor hun huwelijk vroegen. Ze weten niet meer hoe lang Piet die eerste keer is gebleven en of hij toen al bleef eten. “Heb ik dat wel gevraagd?” vraagt Inge zich nu af. “Nee.” “Nee? Dat kan niet!”
Een bezorgde dochter
Sinds de allereerste ontmoeting wilde Piet er voor Inge zijn. Haar verzorgen. In die tijd moest ze vaak naar het ziekenhuis voor haar ogen. Iedere keer ging Piet mee. Hij had zijn dochter meteen verteld over de ontmoeting. Die was een beetje bezorgd en vroeg zich af of haar vader hier wel aan moest beginnen. Piet kijkt Inge aan. “Diabeet, ogen, longen .. uhh nee, hart.” “Ja ook! Er was niks meer goed aan mij,” zegt Inge.
Ik snapte dat zijn dochter bezorgd was dat haar vader van iemand zou houden die hij snel kon kwijtraken.
Ze begrijpt dus wel dat Piet’s dochter bezorgd was dat haar vader van iemand zou gaan houden die hij misschien weer snel zou kwijtraken. Inge vertelt dat er op haar 34e MS werd geconstateerd. Maar ineens werd het herroepen. Daarna ging ze door de medische molen en heeft ze zich helemaal na laten kijken. Inmiddels heeft ze een nieuwe hartklep en is ze aan haar ogen – waarmee ze nog maar 20% zag – geopereerd. “Ik zei, doe dat tweede oog ook maar meteen, dan ben ik ervan af!” zegt ze nu lachend. Na de oogoperatie is Inge voor het eerst bij Piet blijven slapen. Ze is een week gebleven, om te herstellen. Hij liet aan haar over wat ze wilde. “Ik wilde gewoon niet weggaan.”
De trouwjurk
In de maanden vóór die operatie, zagen ze elkaar vaak. “Omdat hij de hele tijd op kwam dagen om mee naar het ziekenhuis te gaan.” Op een dag zag Piet in de wachtkamer een trouwblaadje liggen. Toen Inge uit de behandelkamer kwam, stelde hij voor om meteen naar die bruidswinkel te gaan. “Je moet het ijzer smeden als het heet is,” lacht Piet. Ook voor Inge voelde het helemaal niet raar. “Het was heel vanzelfsprekend dat ik daar ineens een jurk aan het uitzoeken was. Anderen vonden het veel raarder dan wij.” Ze dacht even na over een broekpak, waarvan ze vond dat het misschien beter bij haar 76-jarige leeftijd paste. Maar het werd een prachtige jurk met blauwe sleep. Mét veters aan de achterkant. “Een taak voor Piet op de trouwdag!”
Ik hield me aan mijn trouwbelofte en bleef tot het einde bij mijn man, ondanks zijn alcoholisme.
Eigenlijk wilde Piet al snel daarna, in juni, trouwen. Vijf maanden nadat ze aan elkaar waren voorgesteld. Zijn dochter stelde voor om het iets uit te stellen. Ook om wat meer tijd te hebben om alles te kunnen regelen, denken ze nu. Inge vertelt dat ze haar pas twee keer had gezien toen ze haar vertelden over hun trouwplannen. “Ze reageerde enthousiast. We hadden meteen iets samen.” Ook haar eigen dochter, die in Duitsland woont, was heel blij. “Ik hoop dat je nu echt weer kan gaan leven,” zei ze tegen haar moeder. Inge vertelt dat ze geen makkelijk leven heeft gehad. Haar man was alcoholist, maar Inge hield zich aan haar trouwbelofte en bleef tot het einde bij hem.
De trouwdag
De trouwdatum werd 15 augustus. Een Maria feestdag. De blauwe trouwjurk paste hier perfect bij. En ook een belangrijke datum in Piet’s verleden als broeder. Omdat ze zich aanmeldden om te trouwen bij de kerk, werden ze gevraagd om drie keer op cursus te komen. “Zaten wij daar tussen al die jonkies!” Ook bijzonder was dat hun trouwdag de eerste was voor hun pastoor. Die dag kwam iedereen in het blauw. Inge’s huismeester en Piet’s schoonzoon waren de getuigen.
In de ochtend maakten ze zich met z’n tweeën klaar. Piet’s dochter had alles tot in de puntjes verzorgd. Eerst trouwen voor de wet, dan door naar de kerk, daarna koffie en thee en ’s avonds een groot diner. En natuurlijk dansen. De volgende ochtend ging het feest gewoon door, want er bleven veel mensen slapen. “Hoeveel mensen er waren? Ongeveer 20,” denkt Piet. Inge kijkt hem verbaasd aan. “Hoe kom je daar nou bij?” “Nou 25 dan? Ook goed.” Inge roept hem tot de orde. “Kijk maar in de fotoboeken, overal staan mensen!” Terwijl Inge vertelt dat de dag niet emotioneel maar vooral heel vrolijk was, zit Piet de mensen in het fotoboek te tellen. Hij komt uit op 23. “Ja, die bleven slápen,” zegt Inge. Ze zijn het erover eens dat het in ieder geval een hele zaal vol was. En een prachtige dag.
Intens leven
Ze vertellen dat ze na hun trouwdag heel veel leuke activiteiten hebben gedaan. Theater, bioscoop, een concert van André Rieu in Maastricht.. Inge: “Je kan het zo gek niet verzinnen of we waren er. Ik werd naar iedereen meegesjouwd. Piet heeft een grote familie. Dan zat ik weer in Den Bosch, Hulst.. Weet ik veel.” Ze moeten lachen. “En ik moest zien waar je in Goes had gewoond.”
“En in Den Bosch, wat was daar ook alweer?” Inge maakt wat onduidelijke bewegingen met haar hand. Piet snapt meteen wat ze bedoelt. “Nee dat was niet in Den Bosch schat, dat was in Amsterdam.” Inge legt het mij uit. “Die dirigent die je daar had, die deed dat zo raar. Ik kon er niet naar kijken zonder in de lach te schieten. Eerst stond ‘ie heel rustig, maar daarna begon hij te fladderen. Net een vogel die niet omhoog kwam!”
Daarna nam zij hem mee naar plaatsen waar hij nog nooit was geweest. En naar Duitsland. Gelukkig rijdt Piet graag. Met de trein is vaak wat lastiger. “Nee, dat ging niet met mij,” zegt Inge. “Sloompie.” “Nee hoor, geen sloompie,” reageert Piet sussend.
Pyjamadag
Eén keer per week is het pyjamadag: deuren dicht en niet vroeg op.
“Hoe ziet jullie week er nu uit?” vraag ik. “Ademhalen,” grapt Piet. Ze doen nog steeds heel veel. Familiebezoek, vrijwilligerswerk, wandelen, boodschappen en lekker koken. Inge wil de fysiotherapie weer rustig opbouwen. Één keer in de week hebben ze ‘pyjamadag’.
Dan houden ze de deuren gesloten en gaan ze bijvoorbeeld knutselen of lezen. “Dan staan we niet vroeg op, uiteraard. Of we douchen en kruipen weer terug in bed.” Douchen en ‘opdrogen’ vinden ze op zo’n dag ook heerlijk. In ieder geval even niks. Ze denken dat het ook goed zou zijn voor jonge mensen in deze drukke maatschappij. “Jonge mensen kunnen nooit zo intens leven als wij dat nu doen,” denkt Inge. “Dat jagen hebben wij achter de rug. Nu gaan we gewoon leven.”
Twee 80-plussers met een hart
Allebei zeggen ze dat ze zich niet zo oud voelen als ze zijn. En dat zie je aan alles. Ze hebben de energie en verliefdheid van een jong stel. Inge: “Ik zeg altijd dat ik nu pas ben gaan leven.” Piet kijkt haar aan. “Ik ben blij dat ik daar onderdeel van ben.” Het is even stil. “En dat is de schuld van PartnerSelect!” voegt hij lachend toe. Piet denkt dat je het vooral echt moet willen, als je je inschrijft bij een relatiebemiddelingsbureau. Inge weet zeker dat zij was afgehaakt als het te lang had geduurd voor ze het goede voorstel kreeg. “De volgende keer zou ik wel een voorstel met foto willen,” zegt Piet plagend. “Anders koop je toch een beetje een kat in de zak.”
Piet en Inge. Je ziet dat het klopt. We maken ons op voor een kleine fotoshoot. “Waar wil je ons hebben?” Ze stoot hem aan. “Niet zo stijf!” En het moet ook niet te klef. Het wordt op de bank. Met het hartkussen. Ze moeten erom lachen. “Twee 80-plussers met een hart!”
Inge zegt dat ze na een turbulent leven nu pas zonder wrok over haar verleden kan praten. Nu, samen met Piet, heeft ze weer rust. Nu is ze echt gelukkig.
Door: Annabel Molleman